Affligem: Van Galgenberg tot Duivelsput
De vervloekte Duivelsputten
De Duivelsputten, gelegen op de
grens van Erembodegem en Affligem (en
van het vroegere graafschap Vlaanderen en het hertogdom Brabant) zijn in feite niets
anders dan eeuwenoude zandsteengroeven, die een mooie witte steen
opleverden waarmee onder meer 'heilige' bouwwerken als de eerste abdij
van Affligem of de Sint-Martinuskerk van Aalst werden opgetrokken. De
zandsteengroeven trokken
steenkappers, beeldhouwers en werklui aan, tot zelfs uit Wallonië en
Picardië, voor de ontginning en het vervoer van de zandsteen. Op die
manier
kunnen ook heel wat Romaanse toponiemen uit de streek verklaard worden,
zoals Mattein,
Mazits of Montil. In het midden van de 18de eeuw waren de groeven
uitgeput, maar de Duivelsputten en de hele Boekhoutberg getuigen nog
steeds van de bedrijvigheid van weleer.
Hun naam hadden de Duivelsputten te danken aan de lijken van de misdadigers, die op het nabije Galgenveld werden opgeknoopt, en gedumpt op de Galgenberg, bij de Molenhoeve die paalt aan het Domein Verbrugghen. Er is steeds minder van de vervallen graanwindmolen uit 1827 te zien, die ook wel eens de Zwarte Molen wordt genoemd. Maar als het een beetje waait, kraken en kreunen de bomen nog altijd als weleer. Er bestaan ook andere versies die de herkomst van de naam verklaren: omdat de zandsteen die daar werd gewonnen, vooral diende om kerken en abdijen mee te bouwen, werd de Duivel jaloers... en trok hij al eens een arbeider in de put. Bijvoorbeeld. Hoe dan ook zwerven de geesten van de terechtgestelde misdadigers nog steeds rond in de streek - huilend, kermend en weeklagend. Boven het moeras van de Duivelsputten waren 's nachts trouwens ook dansende dwaallichtjes te zien.
Het Galgenaas
Wie "galgenveld" zegt, zegt ook "galgenaas". Maar waar komt dat woord vandaan... en wat is een "galgenaas" eigenlijk? Het wordt verteld in een verhaal... en een lied.
Hun naam hadden de Duivelsputten te danken aan de lijken van de misdadigers, die op het nabije Galgenveld werden opgeknoopt, en gedumpt op de Galgenberg, bij de Molenhoeve die paalt aan het Domein Verbrugghen. Er is steeds minder van de vervallen graanwindmolen uit 1827 te zien, die ook wel eens de Zwarte Molen wordt genoemd. Maar als het een beetje waait, kraken en kreunen de bomen nog altijd als weleer. Er bestaan ook andere versies die de herkomst van de naam verklaren: omdat de zandsteen die daar werd gewonnen, vooral diende om kerken en abdijen mee te bouwen, werd de Duivel jaloers... en trok hij al eens een arbeider in de put. Bijvoorbeeld. Hoe dan ook zwerven de geesten van de terechtgestelde misdadigers nog steeds rond in de streek - huilend, kermend en weeklagend. Boven het moeras van de Duivelsputten waren 's nachts trouwens ook dansende dwaallichtjes te zien.
Het Galgenaas
Wie "galgenveld" zegt, zegt ook "galgenaas". Maar waar komt dat woord vandaan... en wat is een "galgenaas" eigenlijk? Het wordt verteld in een verhaal... en een lied.
GALGENAAS
Zijn tong is zo rood
en paars is zijn vel,
hij is één duim groot
en komt recht uit de hel.
Zie zijn oogjes, ze blinken zo hevig
O en uit zijn bekje, ja daar stinkt hij heel stevig!
Het Galgenaas is op zoek naar een baas...
Hij werd geboren
op een galgenveld,
ben jij uitverkoren
door deze duistere held,
geef hem dan gauw een brok wit brood
of anders dan val je hier ter plekke morsdood!
Het Galgenaas is op zoek naar een baas...
Hij spoort ze op,
verborgen schatten,
en met je stomme kop
legt hij je in de watten,
maar dan moet je hem voeden, iedere dag met je bloed
of anders dan gaat er helemaal nikske nog goed!
Het Galgenaas is op zoek naar een baas...
En ben jij een dwaas, dan vond hij die baas...
Het Spook met het Rood Mutsken
Misschien is het vanwege de nabijheid van de Duivelsputten, dat in de streek van Affligem zo veel griezelige sagen en legenden worden verteld. Zo kent men bijvoorbeeld het verhaal van de hoeve die 't Hoeksken werd genoemd, en die nog tot diep in de twintigste eeuw bezocht kon worden. Hier woonde indertijd een brave boer die, toen hij met problemen kreeg af te rekenen, beloofde dat hij zoveel zakken graan zou geven aan de armen als een zak graankorrels bevatte, op voorwaarde dat hij zijn moeilijkheden het hoofd zou bieden. Hij stierf voordat hij zijn schuld had kunnen delgen, maar verscheen daarop aan zijn kinderen en verklaarde dat hij het Rijk der Hemelen niet kon betreden vooraleer deze kwestie van de baan was. Ook de kinderen konden zijn belofte echter niet vervullen, en daarop werden ze achtervolgd door de akelige schim van de dode, die zelfs overging tot het uiten van allerlei bedreigingen. Telkens het spook verscheen, lantaarn in de hand, droeg het overigens een grote rode slaapmuts, vandaar dat hij al gauw bekend werd als Rood Mutsken.
Uiteindelijk riepen de kinderen de hulp in van de paters van Affligem, en slaagden zij erin de kwelgeest te bezweren voor een periode van 99 jaar. Ondertussen is de laatste periode van 99 jaar alweer verstreken, en werd ook de hoeve afgebroken, maar naar verluidt is het Spook met het Rood Mutsken weer op de dool, en vraagt het aan iedereen die op zijn pad verschijnt zoveel zakken graan te geven aan de armen als een zak graankorrels bevat. Naar verluidt zou de lantaarn in de hand van het Rood Mutsken één van de vele dwaallichten zijn die bij de Duivelsputten worden waargenomen. Wie zo een dwaallicht ziet, doet er beter aan dit niet te volgen, want hij of zij zou voor eeuwig kunnen verdwalen in het rijk aan gene zijde...
Een weerkerende geest
Een jonge vrouw uit Hekelgem stierf in het kraambed. De volgende dag hoorde de bedroefde echtgenoot zijn pasgeboren kindje wenen, dat in de kamer naast de zijne lag. En ineens leek het ook of hij een zachte stem hoorde, net of iemand het wichtje in slaap probeerde te wiegen. De vader sprong op, keek door het sleutelgat en zag tot zijn grote verbazing zijn overleden vrouw zitten, met haar kindje op schoot. Ze overlaadde het met liefkozingen en gaf het de borst. Toen het kindje weer ingeslapen was, legde ze het voorzichtig weer in het wiegje... en loste op in het niets.
Zes weken lang heeft de dode moeder haar kindje zo de noodzakelijkste zorgen toegediend.
Kledden
Kenners weten dat Kledden geen kerkhof kan betreden (waarschijnlijk omdat de grond daar al te zeer gewijd is). De kwelgeest blijft echter geduldig wachten tot een of andere sukkel het kerkhof verlaat, om zijn pesterijen bot te vieren. Specialisten terzake zullen je ook weten te vertellen dat Kledden verschillende gedaantes kan aannemen: die van een wezel, een wolf, een wit konijntje, een lief poesje, zelfs vermomt hij zich al eens als een boom.
Net als Lange Wapper in Antwerpen, plaagt Kledden bij voorkeur nachtbrakers en drinkebroers.
Affligem kent ook een waar gebeurd verhaal dat een veeleer sprookjesachtig karakter heeft, maar dat vertellen we een volgende keer...
Reacties